
Ik was er weer
ingestonken, in de leugen van Mona. Die pudding van ze was in de aanbieding;
twee halen één betalen of zoiets. Omdat ik nogal impulsief boodschappen doe,
zonder lijstjes of andere vorm van discipline, ben ik vatbaar voor dat soort
aanbiedingen. Bovendien worden heuse smaaksensaties belooft met titels als
Luchtige Citroen-Kwarktaart of Carrotcake met Icingsaus. Aan de naamstelling
zal het niet liggen bij Mona, die vult mijn hart met verwachting en blijdschap.
Wat dat betreft klopt die slogan van ze wel. Tot het moment dat ik de
verpakking open en de pudding op een bordje stort. De Luchtige Browniepudding
is aan de beurt en zakt gewillig uit zijn huls. De pudding glimt als een
biljartbal en deint nog een beetje na van de ter-aarde-storting. Strak van de
gelatine en andere verstijvingsmiddelen lijkt het meer een ode aan Joan Rivers
dan aan de brownie. Ik heb wel eens brownies gemaakt, maar dit heeft er nog
niet eens naast gelegen. Volgens Mona is het pudding van volmaakte brownie, die
ook nog eens smelt op je tong. Volgens mij is het bruin geverfde drillende
derrie met de smaak van papier mâché die ook nog eens een vies geluid maakt als
je hem plet tussen je tong en je gehemelte. Ik besef mij inmiddels dat een
lekker dessert zoeken tussen de kant en klaar toetjes in de supermarkt net
zoiets is als het zoeken naar liefde bij een hoer; je kunt het allicht
proberen, maar de kans is aanzienlijk dat je uitsluitend met een vies gevoel
over jezelf blijft zitten.
Daar zit ik dan aan
tafel, achter een bordje stijf geklopte droefenis. Bij iedere hap groeit de
weerzin om de volgende te nemen. Ik tracht onverhoopt nog wat aan mijn kat te
voeren, maar het beest kijkt me met schuldbewuste ogen aan, alsof ik haar
probeer de belazeren. Dat is natuurlijk ook zo. Ik zou het weg kunnen gooien,
maar ik ben helaas opgevoed met een ongewoon grote weerzin tegen het weggooien
van eten. Deze gifbeker moet ik tot de laatste druppel leegdrinken. “Jij moest
zo nodig Mona-pudding kopen, dan zal je Mona-pudding eten ook,” spreek ik
mijzelf hardvochtig toe. Dit is zó vies dat ze het bij de McDonald's nog niet
durven te verkopen. Nog twee happen tot ik mijn straf heb uitgezeten. Het
bordje schraap ik niet leeg, laat staan dat ik het schoon lik. Ik voel me vies
en gebruikt en heb plotseling enorme behoefte om te douchen. Daarna heb ik
mijzelf op de badmat in slaap gehuild, naakt en in de foetushouding.
Zo werd ik vanochtend
wakker, een beetje verdwaast en onwennig, haast als een vreemde in mijn eigen
huis. Nadat ik mijn tanden heb gepoetst, nogmaals heb gedoucht en mijn kleren
heb aangedaan, sta ik in de keuken om mijn ontbijt te maken. Ik doe de koelkast
open om de kaas te pakken en krijg de schrik van mijn leven. In al mijn
verdriet had ik blijkbaar verdrongen dat het twee halen één betalen was
geweest.
Dit is briljant.
BeantwoordenVerwijderen